zaterdag 8 november 2014

Scenariodenken is levensgevaarlijk

Vorige week heb ik weer meegemaakt: een teleurgesteld mens. Stomweg omdat de realiteit anders bleek.

In de jaren dat ik bezig was met innovatie(strategie) heb ik vaak meegemaakt hoe mensen naar mijn werken keken met een idee dat 'dát toch leuk werk moet zijn'. Een van mijn collega's vond het zelfs 'de hele dag spelen'. Natuurlijk, het wás en ís ook leuk in contact te zijn met creatieve mensen, met energie die van hen afspat, met mensen die idealen hebben en die najagen, en bezig te zijn hoe al die ontwikkelingen gaan uitpakken in de toekomst. Gáán?!

Gaan uitpakken. Dát is de valkuil.

Toekomstvoorspellingen zijn nog steeds net zo stevig als in de tijd van de kermiswaarzegster en haar kristallen bol, kaarten of kippebotjes. Grosso modo mag je er van uit dat er geen voorspelling juist is; hoe indrukwekkend (dwaalsporig) de redenering of de rekenmethode die als bewijs moet dienen ook is. Hoe specifieker, hoe minder waarschijnlijk juist. De voorspelling dat Internet ooit groot zou worden, is een stuk eenvoudiger geweest dan de precieze aanduiding hóe dan wel (en er zijn ook heel veel voorspellingen geweest dat het nooit iets worden).

Daar hoef je je helemaal niet druk over te maken. Er bestaat een oplossing voor: scenariodenken. In essentie is het een slimme manier van voorspellingen als je niet weet wat de randvoorwaarden gaan zijn. Dan bepaal je zelf welke randvoorwaarde wat doet. Een 'wat als...'-redenering. Of eigenlijk: meerdere 'wat als...'en. Waarschijnlijk doe jij dat in heel andere omgevingen ook al: wat als ik een trein eerder of later neem, of gebruikmakend van een via-station?

Scenario's zijn levensgevaarlijk. Als je het meervoud over het hoofd ziet en het bestaan van meerdere oplossingsrichtingen.

Precies dát is wat ik vaak meemaakte en -maak. Mensen die zichzelf flexibel en innovatief vinden, maar denken in één scenario. Voor mij is het nog steeds een indicatie of iemand wel of niet innovatief wíl denken. Het gros der leidinggevenden is dat op die grond, niet. Zij zoeken zekerheid. Ik heb eens een poging gedaan met scenariodenken aan de slag te gaan door in ons bedrijf een bijzonder goed gezelschap geleerde mensen bij elkaar te krijgen. Tot mijn stomme verbazing kon een aantal van hen de flexibiliteit om van eigen denklijnen af te stappen, niet opbrengen, de directeur voorop. Daar heb je dus helemaal niets aan.

Het levensgevaarlijke van namaak-scenariodenken is desillusie en teleurstelling. Het vaakst maak je mee dat we - ik kan mezelf niet uitsluiten - een goed idee hebben en dan een weg daarnaartoe zien. Een weg. Mij kost het moeite om dan heel kritisch op mezelf te blijven. "Sceptisch, Jan. Cynisch. Negatief." Dat hoor je dan vaak. En toch is dat essentieel. Schop je eigen idee onderuit. Luister naar anderen en neem over.

Tot nu ken ik één uitzondering op die regel: als je idee uitgaat van volledig andere uitgangspunten (paradigma's). Ook dan moet je schoppen, maar net iets beter opletten of je niet de basis verwijdert of dat je wetmatigheden uit een 'oude' situatie overzet. Díe discussies zijn dan ook de lastigste. De kans dat je te maken krijgt met mensen die níet kunnen meedenken is tientallen keren groter dan dat je die ene scenariodenker treft. Dát is dus de mindere kant geweest van mijn werk: onbegrip, onwil en angst voor de toekomst.

De valkuil van één scenario is diep en frustrerend. Je hebt een geniaal idee, maar al die anderen, de klungels, willen dat maar niet snappen. Ze liggen niet eens dwars. Ze negeren het. Ze zíen het niet. Klopt. En jíj bent vergeten dat jouw scenario verschillende vrijheidsgraden kent en zich gaandeweg ontwikkelt. Maar vooral dat verandering tijd kost en - ook voor jou - pijnlijk is. Een innovator is zelden de man op het podium, maar wel degene met de langste adem. Geduldig en hardnekkig.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten